6 augustus 2008 ‘Hoewel ik de dochter van een veearts ben durf ik nog geen zwaan op te pakken, dus als vanger heb je niets aan mij. Maar ik zou wel kunnen Onderweg vertelt Jan mij de historie van de Knobbelzwanenwerkgroep. ‘We bestaan sinds 1979. De nestor is Klaas van Dijk. Hij liep in Groningen langs de diepenring en zag Knobbelzwanen met een ring om. Dan weet je natuurlijk al wel wat Klaas gaat doen’. Ja, die gaat op onderzoek uit. Hilarisch waren de eerste ringacties. ‘Klaas stapt gewoon een wei in en roept naar de boer “Wij komen de zwanen ringen.” “dat haarst doe nait docht.” zegt de boer. “Jawel,” zegt Klaas opgewekt. “Wij komen de zwanen ringen. Waar zitten ze?” De boer herhaalt nog eens dat er op zijn land geen zwanen geringd worden en dat hij moet oprotten. “Ja maar…” “Vot!” De boer duwt Klaas een beetje en Klaas valt om. “Ja maar…” Uiteindelijk staat hij weer aan de andere kant van het hek. “Ja maar…” We stappen uit bij een weiland in Dorkwerd. En daar moeten we over een flink hoog hek klimmen. Stik! Daar had ik niet op gerekend! Ik had gedacht: geen moeras, geen enge hoogtes, geen giftige stoffen, mij kan niets gebeuren vandaag. Gewoon een beetje achter zwanen in de wei aanknobbelen. Even overweeg ik om maar in de auto te blijven zitten, maar dat kan ik niet maken natuurlijk. Het is wel een erg hoog hek. Maar Jan en Maartje hupsen er zo overheen, dus ik probeer het ook maar. Niels kijkt belangstellend toe hoe ik mij eroverheen hijs. We hebben een grote knobbelzwanenfamilie te pakken. Vijf jongen. Ze worden naar een doodlopende sloot gedreven en daar haalt Jan met een lange haak eerst maar eens het ouderpaar eruit. Maartje en Niels doen de jonkies. Ik beperk me tot de fotografie. Het duurt niet lang of ze liggen alle zeven keurig op een rijtje aan de waterkant. De man knort en moppert en maakt een heel scala aan geluiden. Ik herinner mij de mythe dat een zwaan als hij zijn sterven voelt aankomen nog éénmaal in een wonderschoon gezang uitbarst. Gelukkig blijft dit achterwege. De jongen piepen af en toe, maar over het geheel genomen zijn ze allemaal erg rustig. Bij het stukadoorbedrijf Elting wil Jan even navragen of er ook Knobbelzwanen zijn gesignaleerd in de buurt. De baas zelf is er niet. Een vriendelijke stukadoor staat hem te woord, maar die weet verder niks van Knobbelzwanen. Hij is wel beleefd en geïnteresseerd. Hij kijkt naar onze auto en ziet ons zitten. ‘Doen jullie dit met het hele gezin?’ vraagt hij nieuwsgierig. We rijden langs de bermen met zilverschoon en pastinaak door het Groninger landschap. Niels is een scherpe waarnemer. Hij ontdekt vaak als eerste de nekkies van de zwanen die boven het grasland uitsteken. Maartje is een geweldig stoere meid. Zij stort zich met ware doodsverachting op de volwassen zwanen en krijgt ze in een mum van plat. Ik vermaak me uitstekend met het fotograferen en het noteren van de metingen en ik geniet van het mooie weer. Blauwe lucht en stapelwolken. De hele dag struinen we de weilanden af op zoek naar zwanenfamilies. Goudplevieren en koeienvla, maar weinig zwanen. |