Hemelwater
Van droog blijven word je niet gelukkig
8 juli 2009
Dit stukje schrijf ik voor een lieve en aimabele man die zelden of nooit gelukkig is in zijn leven. Hij is een vogelaar dus dan begrijp ik zoiets niet goed. Voor een vogelaar ligt het geluk op straat zodra je de voordeur achter je dichttrekt. Maar hij is nog nooit in de Westerbroekstermadepolder geweest, vandaar.
Voor mij geldt dat in ieder geval wel. Al mijn lichaamscellen willen steeds weer die polder in, maar als fietser ben ik overgeleverd aan de elementen.
Als een gekooide tijger loop ik heen en weer in mijn woning. Van de PC naar het raam en weer terug. De buienradar op de PC zegt dat je maar beter binnen kunt blijven vandaag. Maar "buiten" zegt dat het allemaal wel meevalt. Slechts af en toe plensbuien. Ik bestudeer de buienradar minutieus. Ze lopen altijd een kwartier achter. En je moet ook rekening houden met de draaiing van het weerbeeld. Volgens mij blijft het wel ongeveer een half uur droog als ik nu van huis ga. Van de rand van de binnenstad tot aan de vogelkijkhut in de Westerbroekstermadepolder zijn er slechts twee schuilplekken: de Milieudienst aan de Duinkerkenstraat en het fietstunneltje in de Onnerpolder. Als ik nu van huis ga ben ik ongeveer in een klein half uur bij de Milieudienst.
Regenpak aan. Vooruit met de geit. Stekker van de PC uit het stopcontact, want er komt ook nog onweer. Op hoop van zegen.
En jawel, ik krijg het gebouw van de milieudienst in zicht en direct plast er pardoes een geweldige stortbui naar beneden. Dat was dus mooi berekend. Glimmend van de regen en tevredenheid sta ik in het portaal van de Milieudienst en zwaai naar de receptioniste. Na tien minuten is het weer kurkdroog en ik zie zelfs een stukje blauw. Langs de Winschoterweg, door het fietstunneltje in de Onnerpolder, nog steeds droog. Hij gaat fijn. Bij het bruggetje nog even door de kijker turen naar de Rietzangers, Rietgorzen en Roodborsttapuiten en dan vanaf de hoogte van het bruggetje joehoe de Westerbroekstermadepolder ingesuisd.
Daar gaat het meteen mis. Slagregen. Ik heb geen zin om terug te keren naar het tunneltje, dus ik pak mijn camera nog even zorgvuldig in en dan verder, het natuurgeweld trotserend. Zes Torenvalkjes op een rijtje in de hoogspanningsmast houden mij argwanend in de gaten. De regen houdt pas op als ik in de kijkhut ben aangekomen.
Ik ben zo vreselijk benieuwd hoe het er daar uit zal zien. Met al dat hemelwater zal de plas misschien na die droge periode wel weer helemaal volgestroomd zijn stel ik mij zo voor als leek. Maar het ziet er eigenlijk niet veel anders uit dan eergisteren toen de plas al bijna verdampt was, met het verschil dat alle voetstappen van de beheerders van het Groninger Landschap nu volgelopen zijn met water.
Het wemelt er van de vogels. Ik heb niet eens de rust om mijn tas af te doen, zoveel is er te zien. Alles paradeert in het slijk direct voor de hut: Witgatjes, Bosruiters, Kemphanen, Groenpootruiters, Kleine Plevieren, Tureluurs, ik fotografeer me suf. Direct voor de hut staat een tak, misschien wel in de grond gestoken door een fotograaf, waar al het kleine volk acte de présence geeft: Boerenzwaluw, Rietgors, Witte en Gele Kwikken en... ineens een heel gek pokdalig vogeltje dat voor mij helemaal nieuw is. Ik druk direct af zonder op de instellingen van mijn camera te letten want daar heb ik geen tijd voor. Eén shot en weg is ie. Mijn hart bonst er helemaal van. Volgens mij is het een jong van een Blauwborst, maar dat weet ik niet zeker. Nooit eerder gezien. Ik durf niet terug te kijken op mijn display om te zien wat ervan is geworden, want in mijn euforie heb ik even geen behoefte aan een teleurstelling. De foto moet haast wel mislukt zijn; dat wil ik dan nu nog even niet weten.
De luiken van de kijkhut staan nu dag en nacht open omdat de Boerenzwaluwen er hun nestje hebben. Zodoende staat de hut vandaag blank van de regen. Plassen water op de vloer en op de 'vensterbanken' voor de kijkopeningen. Het waait er hard zodat ik mijn haar in een staartje bind om het van mijn gezicht weg te houden om te kunnen fotograferen.
Nadat mijn eerste opwinding geluwd is wil ik een boterham eten, maar daar kom ik helemaal niet aan toe. Er landen twee prachtige Zwarte Ruiters in het slijk vlak bij mij en ze beginnen direct druk te foerageren. Hun donkere verenkleed contrasteert fel met het zilveren tegenlicht van het water.
Steltlopers van verschillende pluimage lopen amicaal een stukje op met elkaar.
Even later vallen er 11 Lepelaars uit de lucht. Na enig gepoets en gekrakeel stoppen ze de snavel tussen de veren en dutten in.
Het begint weer hard te regenen en zelfs te onweren. Wat is het toch een geweldige locatie! Al die dreigende luchten, zware wolken die fantastisch spiegelen in het water!
Ik krijg ineens het gevoel dat er iets ontbreekt, maar in eerste instantie weet ik nog niet precies wat. Dan dringt het tot mij door. De kikkers! Eergisteren zaten er tientallen kikkers in de groene drab vlak voor de hut en was er een oorverdovend gekwaak. Nu is het er, afgezien van het gieren van de wind en het gekwetter van de Boerenzwaluwen in de hut, doodstil. De groene drab is opgedroogd en de kikkers zijn vertrokken.
De kwikstaartjes worden door de wind voort geblazen waarbij hun staart als een mast boven hen uitsteekt. Er landt een groep Puttertjes die meteen begint te bakkeleien met de gele kwikken.
Op een gegeven ogenblik ruk ik me gewoon maar van dit uitzicht los, want ik krijg toch nooit genoeg van deze taferelen.
Huiswaarts. Ik heb van het KNMI begrepen dat de regen in de loop van de namiddag zal ophouden.
Als ik op mijn fiets stap gaat het pas goed tekeer. Met ware doodsverachting rijd ik door de polder. Ik probeer niet eens om hard te fietsen om in het fietstunneltje te kunnen schuilen. Mij kan niets meer gebeuren. Nat ben ik toch al. Met windkracht 5 en fikse windstoten vol tegen zwoeg ik terug naar Groningen. Ik wil naar de beschutting van mijn huis en naar mijn computer, want ik ben heel erg benieuwd naar die foto van dat pokdalige beestje.
Thuis aangekomen maak ik een kop warme chocolademelk en laad ik het hele fotospul in mijn PC.
Dit is de beloning van al mijn gezwoeg van vandaag. Het is inderdaad een blauwborstje. Hij of zij, mijn Blauwborst staat er prachtig op vind ik zelf.
Kijk, dat is nu iets waar ík blij van word.
Vóór de regen, tijdens of erna komt er vast en zeker ooit een blauwborstje op jouw pad. En dan word je hartstikke gelukkig.
Ana
____________________
Reactie:
Mr. Depri
Ana, prachtige foto's. Een kemphaan en bosruiter in 1 shot, een juveniel blauwborst.... Misschien moet ik daar dan toch maar een keer heen, die Westerbroekstermadepolder. Maar je zult dan net zien dat er niets zit. Of veel te ver weg. En als er wel wat leuks zit, dan is het geheugenkaartje van de camera natuurlijk net vol.
Misschien moet ik mij toch maar beperken tot jouw verhalen en foto's. Die kan ik in ieder geval thuis lezen/bekijken. Is het in ieder geval droog. Hopelijk. :(
Een zelden gelukkige vogelaar (maar blijkbaar wel aimabel)