Strandlopen in Delfzijl

februari 2012

Zaterdag 4 februari 2012

2012-02-09bontestrandloper
Bonte Strandloper
 
2012-02-04drieteenstrandloper
Drieteenstrandloper
 
2012-02-06paarsestrandloper
Paarse Strandloper
 

Terwijl de paaseitjes alweer in de schappen van de Albert Heijn liggen beleven wij de koudste nacht in bijna dertig jaar: in Lelystad werd vannacht -22,9° C graden gemeten. Maar nu schijnt de zon en er waait een zacht zuidenwindje. Prima weer om te vogelen, hoewel het kwik vandaag niet  boven de -6° C zal uitkomen.
Het NS-verkeer in den lande is geheel ontregeld, maar Arriva laat de trein naar Delfzijl gewoon stipt op tijd vertrekken. De WC’s zijn afgesloten wegens bevriezing. Het landschap is bedekt met een dun laagje sneeuw.

Op de handelskade Oost stopt er een auto naast mij. Het is Ko, Drager Van De Sleutel  Van Het Hek,  één van de uitverkorenen die met de auto de schermpier op mogen rijden. Ik stap bij hem in de auto en we rijden door het hek het paradijs binnen.
‘Ik zag bij de waarnemingen dat er  meer dan duizend Bonte Strandlopers bij de koelwateruitlaat  gemeld zijn. Komt die waarneming van jou, Ko?’ Nee, hij had ze nog niet gezien. Maar het duurt niet lang of links en rechts van ons vliegen groepjes Bonte Strandlopers aan de auto voorbij. ‘Plip-ip-ip!’ Talloze vogels scharrelen tussen de ijsschotsen aan de rand van het water. Wulpen, Tureluurs, Drieteenstrandlopers, Scholeksters; onze camera’s ratelen. Ik heb nog nooit zoveel vogels bij elkaar gezien. Allemaal vogels die vanwege de hoge temperaturen van de laatste weken dachten dat het hier goed toeven is en nu ineens gevangen zijn in een arctisch Delfzijl.
Honderden Kluten foerageren verderop in het water in een bizar landschap: water, sneeuw en ijsschotsen, met als entourage de rokende industrie van Delfzijl en de Eemshaven.
Bij de warmwateruitlaat keert Ko de auto, wat nogal een hachelijke onderneming is op zo’n smal en besneeuwd oppervlak. Ik stap uit, want ik heb nog lang niet genoeg van de vogels.

Behoedzaam loop ik de dijk af naar de waterkant en ga tussen de zeewieren in de sneeuw zitten. Het duurt niet lang of er dribbelen Drieteenstrandlopers en Bonte Strandlopers om mij heen. Ze kijken af en toe argwanend naar mij, maar schuwen niet om mij tot slechts op een paar meter te benaderen.
Een Drieteenstrandloper terroriseert de boel. Zodra  er een vogel bij hem in de buurt komt vliegt hij erop af en hakt erop in. Hij poetst zich en baddert, waarbij hij af en toe een stukje rechtstandig uit het water opstijgt om zijn vleugeltjes droog te wapperen. Grote groepen Grauwe Ganzen en Wilde Eenden landen op het wad.

Het water is nog steeds aan het zakken en daarmee komen er slenken rondom de koelwateruitlaat vrij. Aalscholvers duiken in het dampende water. Een kolonne Meerkoeten zwemt door de slenken in slagorde naar mij toe, hun witte schildjes op de neus, paraat als wapentuig, even later gevolgd door een rij Tafeleenden.
Ik zit op de eerste rang en de tijd verglijdt zó snel dat ik niet merk dat ik  onderkoeld raak. Ik krijg het pas in de gaten als ik de camera niet meer vast kan houden omdat mijn vingers bevroren lijken. Ik word duizelig, ik houd niet meer op met rillen en ik word overvallen door een heftig hongergevoel. Heet dit nu ‘door de kou bevangen?’ Als ik hier, op deze verlaten plek, flauwval word ik pas gevonden als ik hartstikke dood ben. Het is natuurlijk wel een passend einde, hier in het paradijs, maar ik wil eerst nog zien hoe de foto’s geworden zijn.

Op de terugweg lijkt het wel of er nog steeds meer vogels bij komen: Knobbelzwanen, Paarse Strandlopers, Steenlopers, Kuifeenden, Smienten, Kokmeeuwen, Stormmeeuwen en Zilvermeeuwen. Ik ontwaar zelfs een paar Grutto’s, te vroeg naar Nederland teruggekeerd.
Op de hoek van de handelskade foerageren honderden Kluten en Wulpen tussen de ijsschotsen.

Het restaurantje ‘De Kleine Zeemeermin’, op palen gebouwd aan de handelskade Oost, is omgeven door ijs en ijsschotsen, als de overwinteringspost ‘het Behouden Huys’ op Nova Zembla.


Maandag 6 februari 2012

Waar blijven de Bonte Strandlopers, de Wulpen en de Kluten als het in Delfzijl hoog water wordt?
Ik ben net op tijd om met de trein van 10.00 uur naar Delfzijl het antwoord op mijn vraag te vinden.

De Spits staat er vol van: zal de zestiende Elfstedentoch er komen? Er is net een persconferentie begonnen. De ijsmeester, Jan Oostenbrug, gaat het verlossende woord spreken. Zal het ijs dik genoeg zijn? 

Om 11.00 uur loop ik bij hoog water op de handelskade. Geen vogeltje te zien. Het ijs staat onder water en het heeft er alle schijn van dat ik voor niks gekomen ben. Waar eergisteren nog duizenden vogels op de slikken foerageerden is nu alleen nog maar een groepje dobberende Wilde Eenden te zien.

Even een kijkje nemen hoe de ponton erbij ligt: de kiezelstenen waarop in de lente duizenden Visdieven hebben gebroed zijn verwijderd. Het is nog niet bekend wat de plannen zijn voor het komend voorjaar.
Een solitaire Kramsvogel gaat in een wilg zitten tsjakken. Een Zwarte Kraai, een Merel, een Graspieper, dat was het.
Er komt echter beweging in de lucht: grote groepen Grauwe Ganzen en Smienten vliegen over de dijk naar de zeezijde. Ik erachteraan, net op tijd om twee Brilduikers in de verte te zien verdwijnen. De Wilde Eenden hebben gezelschap gekregen van een aantal Bergeenden. Geen steltloper te zien.

Als ik de schermdijk opga vliegt er een klein groepje Bonte Strandlopers langs. Goed opletten waar die landen. Ze verdwijnen bij een inham aan de zeekant bij een stuk aarde, half bedekt met sneeuw. Maar wat ik voor aarde aanzie is in werkelijkheid een deken van bruine ruggetjes van Bonte Strandlopers. Op 1 poot staand en de kop diep weggestopt tussen de veren. Ik probeer ze te tellen: 1, 2, 3,… 10, 20, 30, 40,… 100, 200, 300, 400, 500, 600, 700,… er komen er steeds meer bij. Ik richt mijn verrekijker op de volgende bocht en daar zitten er zeker drie keer zoveel, samen met honderden Kluten en Wulpen. Deze Wulpen zijn tenminste zo verstandig zijn om bij deze vorst niet meteen door te vliegen naar Frankrijk. Daar worden ze momenteel massaal afgeschoten door de jagers nu Sarkozy, om de machtige jagerslobby te paaien, de jacht op de Wulp weer heeft toegestaan.

  2012-02-06zilverplevier
Zilverplevier

Eenden, Grauwe Ganzen, Scholeksters, meeuwen, dit is dé rustplaat bij hoog water.
Met veel kabaal vliegt een wolk Bonte Strandlopers aan mij voorbij, opgeschrikt door een wandelaar met hond.
Enkele Bonte Strandlopers maken zich los en beginnen, met klompjes ijs als manchetten om de pootjes, langs de waterlijn te trippelen om te foerageren. Het zal nog wel even duren voordat het slik vrijkomt en ik loop langs de koelwateruitloop verder de pier af. Als de zon verdwijnt achter de rook van de industrie wordt het toch wel erg koud en ik keer om.

Zwanen trekken in een strakke lijn over mij heen. Het is een gemengd gezelschap van  Knobbel- en Wilde Zwanen.
Het water begint te wijken en nu worden alle vogels actief. De Kluten hebben hun heil ver weg in het water gezocht waar een ijzig eiland zich begint af te tekenen. Hoe verder het waterpeil zakt, des te duidelijker wordt het dat, helaas, de indrukwekkende ijsschotsen van zaterdag zijn verdwenen.

Ik voel dat er een vogeltje naar mij zit te kijken. Het is een Zilverplevier. Het lijkt alsof hij mij zit in te schatten. Ik kijk maar een andere kant op, want ik word er verlegen van. Ik word kennelijk als ongevaarlijk bestempeld, want hij dribbelt naar mij toe. Daar ben ik erg verguld mee, want ik heb nog nooit een Zilverplevier op een fotografeerbare afstand gehad. Hij doet telkens een paar stappen, stopt abrupt en pikt iets op: een oogjager.  Hij vliegt met een boogje om mij heen en zet het foerageren voort. Telkens even opkijken naar mij, een paar stappen en pik, ik heb je. Dan vliegt hij met een boogje naar de andere kant van mij. Nu nog dichterbij dan zojuist, foeragerend tussen de ijsschotsen, in gezelschap van een Bontbekplevier.

2012-02-06groenpootruiter
Groenpootruiter
 

Er komt een nieuwe soort aangevlogen. Het is een Groenpootruiter. Midden in de winter, hier in Delfzijl! De vogels zijn in de war!

Ik voel mij net David Attenborough, want de vogels lijken geen vrees voor mij te hebben, afgezien van de Wulpen en Kluten. Vooral de Paarse Strandloper laat zich niet in het minst storen. Die klautert onbekommerd op en tussen de wieren vlak naast mij.
Een Slechtvalk vliegt over.
Mijn beide accu’s zijn leeg. Vanwege de kou en natuurlijk van het intensieve fotograferen, dus ik ga naar huis.

In de trein heerst een verslagen stemming: Het ijs is nog niet dik genoeg voor een zestiende Elfstedentocht. De tranen van Erben Wennemars. De eenden hebben gekwaakt, dus de tocht der tochten komt er niet.

In Groningen stap ik regelrecht naar Combi Sipkes voor een nieuwe accu. Ik wil niet dat het mij nóg eens overkomt dat ik zonder accu kom te zitten en de twee die ik heb laden niet meer goed op.

‘Ja, die accu’s zijn kwetsbaar voor kou.’ zegt Bert, de winkelier. ‘Als het vriest kun je ze het beste af en toe opwarmen aan je lijf; stop ze in je BH.’


Donderdag 9 februari 2012


Om 13.00 uur trekt de bewolking ineens weg en wordt het stralend blauw weer. Op een holletje naar het station om de trein van 13.30 uur te halen. Windkracht 3, noordoost, lichte vorst.
2012-02-09wulp

Wulpen

Het is hoogwater, springvloed. Maar de hele zee is, voor zover het oog reikt, met ijsschotsen bedekt. Er worden ijsbrekers ingezet om de vaarroute door de waddenzee open te houden. Het slik komt vandaag niet meer tevoorschijn, zoveel is zeker.
2012-02-09kluut
Kluten

De vogels zitten heel ver weg. Donkere strepen Wulpen ergens op het ijs. Kluten tekenen hun zwart-witte patronen aan het eind van de schermpier. Een paar Bonte Strandlopers  vliegen gehaast langs mij heen. Af en toe zoeken ze hun weg tussen de ijsschotsen door, maar zonder veel resultaat. De Zilverplevier landt bij mij in de buurt, maar vertrekt weer onmiddellijk.
Het is een woest landschap: vuilbruine ijsschotsen voor zover het oog reikt. De wind draait naar het noorden en trekt aan. De bewolking neemt toe en het wordt ijzig koud.

2012-02-09zwartekraaiIk loop naar de zuidkant van de dijk om bescherming te zoeken tegen de gure wind. Dat hebben de meeste vogels natuurlijk ook al bedacht: duizenden Bonte Strandlopers foerageren er  aan de rand van het water.
Een zieltogende Scholekster probeert zich uit de voeten te maken. Overal liggen dode vogels: Bonte Strandlopers, Wulpen, Tureluurs en Scholeksters. Een trieste aanblik. Een Zwarte Kraai vliegt weg met een  steltlopertje in zijn bek.

Enkele plassen bieden nog een laatste toevlucht aan Wilde Eenden, Kuifeenden en Smienten. Slechts een smalle vaarroute is nog open, de rest is één grote onverbiddelijke ijsvlakte.
Ik vind het welletjes. Ik word er treurig van en keer om.

De Kleine Zeemeermin staat dapper op palen temidden van het kruiend ijs.
Om op te warmen ga ik naar binnen en maak er een praatje met de chef de cuisine, Gerard de Vries. We bespreken de ijsstand en zijn restaurant. Hij maakt lekkere koffie en ik bestel scholletjes met frites. Hij vertelt over  de spectaculaire ontwikkeling van het ijs rondom. En hoe ontroerend mooi de opkomst van de maan kan zijn.
Als ik opstap ligt er een roze gloed over de bevroren zee.

Om de vaarroute van de boot naar de waddeneilanden vrij te houden worden er de volgende dag ijsbrekers ingezet.
Er ligt dan zóveel ijs dat je gewoon over het ijs naar Schiermonnikoog kunt kuieren.
2012-02-09zeemeermin

De Kleine Zeemeermin

Zaterdag 11 februari2012

Het is voorlopig de laatste dag dat de zon schijnt. Het gaat dooien. Het wordt vandaag maximaal -3 graden, windkracht 2 uit het oosten.
De machinist spreekt mij aan: ‘U kunt beter in de andere coupé gaan zitten. Hier is de verwarming stuk’. Maar als doorgewinterde poolreiziger blijf ik natuurlijk gewoon zitten, bikkelhard als ik inmiddels ben, zodat ik de hele coupé voor mij alleen heb.
Ik heb mij inmiddels goed op de kou leren kleden. Het enige wat van mij zichtbaar is zijn mijn ogen. Dit in weerwil van het verbod op gezichtsbedekkende kleding, onlangs uitgevaardigd omdat Minister Liesbeth Spies van Binnenlandse Zaken het heel belangrijk vindt dat mensen elkaar in een open samenleving open benaderen. En ja hoor:  op de handelskade stopt er een auto van de marechaussee naast mij. Het raampje gaat naar beneden. ‘Is alles in orde?’ Natuurlijk, waarom zou het niet? Ze kijken naar mijn camera. ‘Komt u voor de vogels?’ De man achter het stuur weet nog wel een vogel. Hij heeft vandaag een snip gezien. ‘Een snip?!’ ‘Ja, met zo’n lange kromme snavel. Daar achter bij de schermpier.’ Ik bedank hem hartelijk en zet mijn weg voort.

IJsschotsen met een dikte waar menig rayonhoofd jaloers op zou zijn. Maar het ziet er smerig uit. In de verte zie ik op het ijs een zielig hoopje ineengedoken Wulpen. Dit is niet een plek waar je wilt zijn. De enige vogeltjes die nog wat actie vertonen zijn de Bonte Strandlopers. Als ze landen glijden ze uit op het ijs en ze proberen zo snel mogelijk één pootje in te trekken. Ze kruipen in de scheuren van de schotsen die bij dit laagwater soms wel een halve meter boven de ondergrond zweven.
  2012-02-11bontestrandloper
Bonte Strandloper

Heel in de verte zie ik dat de vogels zich in het open water bij de koelwateruitstroom hebben verzameld. Het is nog maar een klein plasje water waar ze hun toevlucht kunnen zoeken, dus ik ga terug, om ze niet te storen.
Aan de kant van de haven komt het vrachtschip ‘De Sirius’ binnen. Het breekt zich een weg door de ijsschotsen, daarbij de Smienten, Kuifeenden en Wilde Eenden verjagend. De Bonte Strandlopers komen weer tot leven. Ze vliegen af en toe rakelings langs mij heen en landen ergens op het ijs, of nog vaker in een spelonk in het ijs. Het is telkens weer een verrassing waar ze opduiken. Een enkele Tureluur volgt hun voorbeeld.

Het waterpeil stijgt weer en ik houd het verder voor gezien.Ik word treurig van die zware strijd om het bestaan.

De Kleine Zeemeermin lijkt al veel minder op die heroïsche post op Nova Zembla omgeven door maagdelijke sneeuw: de schotsen op de ijsvlakte hebben een vieze bruine kleur gekregen en de ijszee lijkt nu meer op een half bevroren oersoep die te lang buiten de koelkast heeft staan meuren.

Enigszins opgelucht stelt Gerard vast dat het ijs aan het wijken is. Zijn restaurantje op palen zal niet ondermijnd worden door het kruiend ijs. ‘Bij Noordpolderzijl zijn de ijsschotsen méér dan manshoog.’ vertelt hij. Dat had ik natuurlijk wel willen fotograferen.
Vóór mij staat een beker warme chocolademelk met slagroom.  Ja, als mens heb ik het  eenvoudig qua foerage. Ik trek mijn portemonnee.

2012-02-11schermpier

Schermdijk

Het zal nog wel even duren voor ik hier terugkom. Er moeten nog andere gebieden worden verkend. Eerst gaat  het dooien en dan komen de voorboden van de lente.
Maar voorlopig is het kwakkelweer.

Ana

____________________

Links:

2012-02-06koelwateruitlaat

Koelwateruitlaat