De Zeearenden van Laasche

2012-12-27routeDonderdag 27 januari 2013  

Na al die miezerige druildagen van december is het vandaag mooi zonnig weer en niet al te koud:  7 graden. We hebben er al meteen enorm veel zin in. Oldenburg, Bremen, Hamburg, Lüneburg, Dannenberg, en dan aan de uiterste oostgrens van deelstaat Niedersachsen, omgeven door water: het aards paradijs Laasche. Met een korte pauze hebben we de route binnen  4,5 uur gereden en draaien we het weggetje naar Laasche in.

Het is 2.30 uur en nog lang niet donker. Onze verhuurster, Frau Petra Pewsdorf, maakt ons snel wegwijs in de uitstekend geoutilleerde woning en dan pakken we onze spullen uit de auto. Wij, Virginie, Marie en ik, stellen gezelligheid buitengewoon op prijs en zo kan het gebeuren dat we alle drie, zonder dat het afgesproken is, een knus tafelkleedje uit onze bagage tevoorschijn halen.

Dan spoeden wij ons naar buiten. Naar die tientallen Wilde Zwanen, die vlak voor ons huis hun bestemming gevonden hebben. “Pitsjai!” Een Glanskop. Er vliegt hier allerlei klein grut, maar de schemering valt, zodat het steeds moeilijker te onderscheiden wordt. We lopen de dijk op, naar het bruggetje over de Seege, richting Restorf.
We zijn alle drie al eens eerder in Laasche geweest en kennen de omgeving. Bij het bruggetje is het altijd feest.

2012-12-27laasche  Laasche ligt midden in een moerasgebied. Het gehucht heeft 27 inwoners, een camping en een aantal vakantiehuizen en -appartementen.

We staan bij het water. “In die omgevallen boom daar had het IJsvogeltje dit voorjaar een nest. En kijk, daar komt iets aangezwommen.” zegt Marie, wijzend naar het spiegelende water. Het is een bever. Het diertje maakt op een paar meter afstand van ons een bocht en zwemt weer weg voordat mijn camera scherp wil stellen. Op de terugweg zijn we net op tijd om de zon rood onder te zien gaan.


Vrijdag 28 december 2012

Het heeft vannacht gevroren. Alles is wit berijpt. Bij het opstaan is het 3 graden en de lucht is helder. Marie heeft de tuin en het terras volgehangen met vetbollen, zodat we van achter de ontbijttafel kunnen genieten van de kapriolen van de Huis- en Ringmussen. Na de koffie lopen we naar de waterkant tegenover ons huis. Wilde Zwanen met hun jongen houden ons argwanend in de gaten. Twee Grote Zaagbekken vliegen over ons heen, hun buikjes roze van het morgenrood. 2012-12-28wildezwanen

Opnieuw over de dijk naar het bruggetje. Bij het enige woonhuis aan de dijk is het een drukte van mussen, Groenlingen, Vinken, en een enkele Glanskop. In een eik  zien we daar onze eerste Klapekster. Kolganzen, Knobbelzwanen en Wilde Zwanen vliegen in formatie over het zeggenmoeras. 
Bij het bruggetje staat het water hoger dan gister. De Seegeniederung  hoort af te wateren op de Elbe, maar de Elbe dringt steeds verder het moerasgebied binnen. Een Groene Specht vliegt  luid roepend voorbij.
Op het pad richting Restorf bevinden zich mannen met felgele hesjes, loerend achter een schietgeweer. “Es ist heute Jagdtag.” vertelt een jager. Hij wil weten waar we onze auto geparkeerd hebben en hoe laat we weer terugkomen, zodat ze daar rekening mee kunnen houden en ze ons niet doodschieten.
Bij het volgende bruggetje tuimelen Mat- en Glanskoppen en Staartmezen in de wilgen en doornenstruiken. We menen zelfs af en toe een Witkopstaartmees te zien, maar zijn daar niet helemaal zeker over. Een Boomkruipertje kruipt boom. We keren om. Weer langs de jager die nog niets heeft kunnen doodschieten. Verder over het dijkje, langs het water van het Laascher meer met aan de overkant de dorpen Restorf en Brünkendorf en de meer dan 300 meter hoge zendmast van Pevestorf. 2012-12-31glanskop

Virginie en Marie hebben hier afgelopen zomer een wasbeer gezien. Een wasbeer?? Ja, er is in Niedersachsen een ware explosie van wasberen. In 1932 zijn er bij Kassel twee paartjes uitgezet ‘om de biodiversiteit te vergroten’. Die paartjes hebben er maximaal van genoten. En in 1945 zijn er in Wolfshagen vijfentwintig ontsnapt uit een pelsdierenkwekerij. Met beide locaties als uitgangspunt hebben ze zich aardig weten te vermeerderen, tot verdriet van menig vogelliefhebber. Er woedt een discussie in hoeverre de wasberen, als eierrovers, verantwoordelijk zijn voor de teruggang van een aantal vogelsoorten, zoals bijvoorbeeld de Spreeuw. Opvallend is dat we tot nog toe nog geen enkele Spreeuw hebben gezien.

Het pad over de dijk eindigt bij onze uitkijkpost van gister, vlak bij huis. Tientallen Wilde Ganzen zijn er al geïnteresseerd in een partnerkeuze. Wilde Eenden in de lucht. Een paartje Brilduiker vliegt strak en laag over het water. Het juichende geroep van Kolganzen. We halen de telescopen op en stellen die aan het water op. Dan ontdekken we onze eerste Zeearend. Met langzame vleugelslagen vliegt hij langs de donkergroene bosrand aan de overkant. Ooooohhh, wat mooi!
We krijgen gezelschap van een Duitse dame. Ze vertelt dat we precies op tijd in Laasche zijn, omdat de Wilde Zwanen net gister zijn aangekomen. Tegelijk met ons dus!  Dat vinden wij een ontroerende samenloop van omstandigheden. Op een strook in het water zit nóg een Zeearend. Het lijkt erop dat hij een prooi heeft. En even later zien wij er nóg een  vliegen. Het stikt hier van de Zeearenden!
Ik zie vlakbij, boven in een boom, een vogel zitten. Het is een Klapekster.
“Klapekster!” roep ik. “Klapekster??” vraagt de Duitse dame. Ze gaat haar man halen. Die moet ook zien hoe indrukwekkend mooi het hier is. Er landen steeds meer Wilde Zwanen in het water voor ons. Met hun lompe dikke buiken, de poten als op hoop van zegen gespreid, plonzen ze onelegant tegen de wind in op het water. Het zijn in totaal 150 adulte vogels en 10 juvenielen. 

2012-12-28wildezwanen2

Als ik terug naar ons huis loop stopt er een auto naast me. Het is de Duitse dame van zojuist, nu in gezelschap van haar man. “Es war ein Raubwürger!”  De man knikt bevestigend.

We maken een uitstapje naar het Gartower Meer waar niks te beleven is.  Dus haasten we ons snel weer naar onze plas bij huis, waar we opnieuw een Zeearend scoren.
's Avonds leert Virginie ons de regels van het edele spel Mahjong.


Zaterdag 29 december 2012

We zijn nog maar net wakker als we, vanachter de ontbijttafel, een Zeearend aan ons raam voorbij zien vliegen. Dat is een mooi begin van de dag. Jassen aan en direct weer naar ons uitkijkpunt bij het water, daar waar  de Singschwäne zingen. Het duurt niet lang of we zien alweer een  Zeearend langs de bosrand vliegen en boven in een boom zitten nog twee exemplaren onverstoorbaar vlak naast elkaar de omgeving te bekijken. Wat een schoonheid! We moeten ons van het schouwspel losrukken om de rest  van de streek te gaan verkennen.2012-12-29wildzwijn

We rijden naar de ‘Ruheforst Elbtalaue’ bij Gartow. Vroeger was het nog een duingebied, maar in 1836 is de eigenaar van dit gebied, de adellijke familie von Bernstorff, er begonnen met een zo natuurlijk mogelijke bosbouw. In 2007 werd het bos ingezegend als laatste rustplaats voor overledenen.  Biologisch afbreekbare urnen worden hier bijgezet onder eiken, dennenbomen en sparren. Ooit liepen hier wolven;  het prachtige gebied ademt de sfeer van een sprookjesbos.
We vinden talloze nesten van de eikenprocessierups en de schedel van een wild zwijn. We spotten een Kleine Bonte Specht en even later een Middelste Bonte Specht. Maar die laatste zie ik als enige, dus dat moeten de anderen maar geloven. Ik zie duidelijk zijn roze kontje en de wat onnozele blik die veroorzaakt wordt omdat hij boven zijn oog geen zwart heeft. Ook hier roepen de ons inmiddels al vertrouwde Glans- en Matkoppen.  Op een kruising blijven we langdurig staan en genieten van de betovering: een Kuifmees die vlakbij rondscharrelt in een naaldboom; Goudhaantjes en vlakbij het luide “Kloink!” van Raven die al in voorjaarsstemming zijn. Aan de randen van de weiden rondom het gebied wemelt het van de jachthutten.

2012-12-29bever-raaf

We rijden naar Pevestorf om koffie te drinken in hotel-restaurant ‘de Lindenkrug’. Ze serveren er een enorme  Apfelstrudel waar je rustig voor drie personen bestek bij kunt vragen. We reserveren er voor het diner van morgenavond. Daar ontmoeten we een voormalige voorzitter van Avifauna Groningen die ons meldt dat het in Nederland momenteel rot weer is. Terwijl wij hier toch vrijwel steeds prachtig blauw weer met af en toe een paar fotogenieke wolkjes hebben meegemaakt.   
Verder naar de Elbe, naar het pontje, waar we een pad langs de rivier inlopen. Een Grote Bonte Specht begeleidt onze wandeling. Het barst er van de kleine vogeltjes. Pimpels, Staartmezen, Glanskoppen en een vogeltje waarbij we alle drie tegelijkertijd uitroepen: “Een Witkopstaartmees!” Nu weten we hoe een Witkopstaartmees er uitziet. Als je twijfelt is het geen Witkopstaartmees. Een Witkopstaartmees heeft echt een spierwitte kop, daar kan je je niet meer in vergissen als je het beestje eenmaal hebt gezien.

We rijden terug naar Pevestorf en parkeren weer bij de Lindenhof. Rechts naast het etablissement loopt een paadje naar een kijkhut waar, behalve blauw water, blauwe luchten en wat riet, niks te zien is. Aan het eind van het pad staat een schuur met een uilenkast en een ‘Hochsitz’ voor de jagers. We lopen terug en nemen halverwege het pad rechtsaf dat naar de Elbe leidt. Bovenop de dijk staat een bankje waarvandaan je in alle rust kunt genieten van het uitzicht en de gloed van de ondergaande zon.  

Direct aan het water staat een fotograaf iets te fotograferen. Pas na een half uur beseffen wij dat hij bevers staat te fotograferen. Heel behoedzaam loop ik naar de waterkant en benader ik hem, want dat wil ik natuurlijk niet op mijn geweten hebben dat ik zijn bevers verjaag. Maar hij komt mij tegemoet in zijn enthousiasme om over zijn ontdekking te praten. Het zijn er twee, een mannetje en een vrouwtje. Hij laat mij door zijn telelens kijken en zoekt zijn mooiste foto's voor mij op. De bevers bekijken ons wantrouwend, maar ze gaan er niet vandoor. Wat een joekels van beesten! De zon gaat onder en kleurt de lucht met het meest waanzinnige rood dat ik ooit gezien heb. Dat gelooft niemand als ik er geen foto’s van maak. Twee Raven vliegen elkaar met hun diepe en verdragende ‘korrp’ boven de boomtoppen achterna.

Zondag 30 december 2012

Er zijn enorm veel Toendrarietganzen aangekomen in het Laascher meer. Minstens honderd. Samen met Brandganzen, Grauwe Ganzen en Kolganzen foerageren ze aan de rand van het water. 2012-12-30ganzenZe vliegen verschrikt op als een Zeearend vlakbij landt en even verderop in het gras aan iets gaat zitten peuzelen.  Alleen de zwanen blijven zitten. Die weten wel dat ze niets te duchten hebben van een Zeearend.

We gaan even terug naar huis om op te warmen. Van achter ons kopje koffie zien we een Rode Wouw aan de overkant van ons huis vliegen. Je hoeft er echt je huis niet voor uit.2012-12-30zeearend

Ik loop in mijn eentje over het dijkje van het Laascher meer richting huis. Boven mijn hoofd cirkelt een adulte Zeearend. Even verderop zijn twee jonge Zeearenden met elkaar in de weer. Ze vliegen om elkaar heen, zweven naast elkaar, af en toe gaat er een op zijn rug en verstrengelen ze de poten. Ze zijn aan het baltsen, of aan het spelen, dat kan ook. Het ziet er in ieder geval niet agressief uit. Even later verschijnt er nóg een Zeearend, dat is nummer vier!

Later op de dag, als de schemering inzet, sta ik weer aan onze plas. Het begint hard te regenen en er verschijnt een regenboog, opkomend  vanaf het Laascher meer en ver achter ons huis neerkomend. Daar moet de pot met goud staan. Van alle kanten komen, luid roepend, groepen ganzen en eenden aangevlogen, dwars door de kleuren van de regenboog. Het is de slaaptrek. Een groep van ruim honderd  Kramsvogels vliegt de verkeerde kant op. De zon geeft de wolken een kitscherige gouden rand voordat hij tegenstribbelend ondergaat.

2012-12-30regenboog
Maandag 31 december 2012

Het is 6 graden met harde wind. Het water staat iedere dag hoger. Als dat maar goed komt.  We spreken de vrouw die aan het water woont. Ze vertelt dat ze de zon daar (wijst naar achter) ziet opgaan en daar (wijst naar links) ziet ondergaan. De hele dag hoort ze de ‘Krach’ van de zwanen.
“Krach nennen Sie das? Wir nennen es Gesang. Sie müßen ein Glücklicher Mensch sein daß Sie das jeden Tag hören.” Jaja, ze is heel gelukkig, erkent ze. Of ze het, met die hoge waterstanden, wel een beetje droog heeft kunnen houden in haar huis, willen we weten. Tijdens de watersnoodrampen in 2002 en in 2006 heeft heel Laasche onder water gestaan, wat enorme schade aan de kleine gemeenschap heeft toegebracht. Maar nu is er een nieuwe dijk aangelegd en de vrouw heeft er alle vertrouwen in dat die deze keer zal houden.
Ze hoort onze enthousiaste verhalen over de Zeearenden aan en vertelt dat er iedere dag, vroeg in de morgen, vlak bij haar huis, een Zeearend op een paaltje zit.

2012-12-30zeearend2

We stellen de telescoop op. Het duurt niet lang of we zien ze: een adulte Zeearend, hokkend in de bomen, en  twee jonge Zeearenden, baltsend/spelend, waarschijnlijk die van gisteren. We kunnen ze langdurig volgen in onze telescoop en verrekijker. We geloven onze ogen niet als er, hoog in de lucht, nóg twee Zeearenden bij komen. Vijf Zeearenden in één beeld!  Hun roep "Klü, klü, klü, klü, klü!", als een Zwarte Specht.

2012-12-30elbholz

We rijden via Meetschow en Gorleben langs de Elbe (Zeearend) naar Vietze, verder naar Brünkendorf met zijn  huizen met schitterende vakwerk. Dan via Pevestorf  naar de ‘Elbholz’, een van de laatste resten van een ‘Auwald’, zoals die vroeger aan beide zijden van de Elbe bestonden: bossen die door hoge waterstanden en regelmatig overstromingen hun bijzondere karakter kregen. Een hardhoutooibos met eeuwenoude eiken, olmen en essen met ruim honderd vogelsoorten, zoals de Kraanvogel, Wespendief, Rode en Zwarte Wouw, Zwarte en Middelste Bonte Specht. Maar dat is in een ander seizoen.
Nu zien we tot onze verbazing dat er honderden gekapte bomen aan de kant van het pad liggen. Qua vogels is er nu nog niet veel te beleven: Boomklevertjes, Sijsjes en Raven.

We lopen over de dijk langs de Elbe terug. Overal staan borden die voor een allergische reactie ten gevolge van de eikenprocessierups  waarschuwen. De dijk is zwaar gehavend door het gewroet van wilde zwijnen. Waarnaar zijn die beesten op zoek? Her en der zien we muizenholen met gangen in het gras waarlangs de muizen zich verplaatsen. Het is mooi weer, zon en het is windstil. Een grote groep van veertig Putters vliegt met ons mee. We vinden een Kleine Bonte Specht en een Groene Specht.

Op ons dooie akkertje rijden we terug naar Gartow om inkopen te doen. Een kwartier voor sluitingstijd, vervroegd wegens Sylvester (16.00 uur), grissen we op een holletje net op tijd in de supermarkt etenswaren uit de schappen, om niet te verhongeren tijdens de feestdagen.
In de schemering zien we weer een Zeearend op het eilandje langs het pad. Er dobberen 19 Grote Zaagbekken in het water.
Onze buren zijn de enige in Laasche die knallen. Hopelijk verjagen ze de Zeearenden niet. Om twaalf uur doen we sterretjes en we zingen “Als de zwaan zingt: loe loe loe loe”. En dan is het 2013.

Dinsdag 1 januari 2013

Aan het ontbijt. “Ana, Ana, niet bewegen! Er zit een Kuifmees op de vetbol. Het zijn er twee!" Ik zie hem, direct voor het raam, probeer laag over de grond kruipend mijn camera te pakken en dan is ie weg. Een Kuifmees! Op onze vetbol! Een nieuwe raamsoort.

2013-01-01nemitzerheideHet motregent, een dag geschikt voor sightseeing, dus we gaan met de auto op pad. De Zeearend zit doodstil op het landstrookje, samen met een Bonte Kraai. De kraai loopt op de Zeearend af, nadert hem tot op minder dan een meter, grist vlak voor zijn poten iets weg en loopt dan rustig weer terug. Op een paar meter afstand maakt hij halt. Maar dan komt de Zeearend ineens tot leven, waardoor de kraai van schrik een sprongetje in de lucht maakt. Met grote stappen beent de Zeearend op de Bonte Kraai af. Die houdt het voor gezien en vliegt weg met zijn prooi.
Achter ons, in de bomen, laten Kuifmezen en Sijsjes van zich horen. En de Glanskop.

Het bruggetje over de Seege staat nog verder onder water. Als dit maar goed gaat. Overal horen we vogelgeluiden:  Winterkoning, Boomkruiper, Goudhaantje,  Kuifmees, Fazant en een Witkopstaartmees, onze tweede.

We gaan op weg naar de Nemitzer Heide, vroeger een dennenbos. Na een grote bosbrand in 1975, ontstond hier vanzelf een heidelandschap. Er huist een zeldzame soort , de Duinpieper en je kunt er de Nachtzwaluw vinden. Dat is, als je er in het juiste seizoen bent, dus niet nu. Het regent eigenlijk best wel behoorlijk, dus we kruipen weer snel in de auto en gaan op weg naar Schnackenburg. 2013-01-01schnackenburg

2012-12-29zeearend2Schnackenburg is de meest oostelijk gelegen  stad in Niedersachsen. Tot ‘die Wende’ in 1989, was Schnackenburg een grensplaats wat in het stadje nog steeds overal te zien is. Er bevindt zich het Grenzlandmuseum. Aan de haven staat een grenswachttoren. De rivier de Aland mondt daar uit in de Elbe en omsluit er een gebied dat vroeger niemandsland was, nu een uitgestrekt terrein van buitendijkse graslanden, een foerageergebied voor wintergasten. We rijden de brug over en meteen zien we rechts vóór ons een Zeearend vliegen. Bingo! En op de grond zit er ook een! Aan het eind van het pad stappen we uit om de omgeving met de telescoop af te zoeken. En dan zien we nóg een Zeearend, een jong exemplaar, bovenin een eik.

Naar het Zuiden. Via Gummern rijden we de dijk op vanwaar we weer uitzicht op het gebied hebben, maar dan van de oostkant. Er vliegen twee Zeearenden, dat zullen wel dezelfde van zonet zijn.

Super bleifrei rijden wij voor 1,559 euro per liter terug naar huis. In het water langs het pad dobberen drie Brilduikers. Het water stijgt nog steeds. Het landstrookje van de Zeearend is bijna weg.

Woensdag 2 januari 2013

6.00 uur ’s Morgens. “Ana, Ana, nicht bewegen! Es hängt ein Seeadler am Meisenknödel!” Naar adem happend word ik wakker. Niet veel later sluip ik in het pikkedonker door Laasche. Voorzichtig kijk ik om het hoekje. Er zit geen Zeearend op het paaltje.  Stil ga ik in het gras zitten. Het is afnemende maan. De poolster schittert. Van rechts stijgen ineens duizenden ganzen op. Ze cirkelen met een overweldigend kabaal over het meer, en verdwijnen uit beeld. Meteen daarna komen ze nog een keer langs en landen ze in het water direct voor mij. En dan vliegen ze weer op.
Een Zeearend komt uit het duister aanvliegen. Instinctief richt ik mijn camera op hem. Van een stipje groeit hij tot beeldvullend. Zelfs door de lens zie ik dat hij mij met een argwanend oog bekijkt. Hij vliegt direct boven mijn hoofd en verdwijnt achter de huizen van Laasche. Ik ben beduusd. Snel even terugkijken naar de foto’s op de display, maar die zijn natu2012-12-30bruggetjeurlijk allemaal mislukt. Te donker en teveel bewegingsonscherpte.
De zwanen zijn stil.

Virginie en Marie voegen zich even later bij mij. Het wordt dageraad, het is bijna onbewolkt, de rust keert weer. De ganzen vliegen nu in kleine groepjes. We spotten nog drie Zeearenden. Een ervan vliegt direkt boven ons huis, een mooi afscheid.

Vandaag gaan we terug naar Groningen. De laatste ronde. Het landstrookje van de Zeearend is ondergelopen. De zwanen hebben zich verplaatst naar de overkant van de weg, die nu nog slechts een smalle verhoging tussen twee meren is. Op het kruispunt roepen een Matkop en een paar Kuifmezen. Een Rode Wouw vliegt over de camping.

Van het bruggetje staat nu een groot deel onder water. Het pad naar Restorf is onbegaanbaar geworden. We lopen verder, eerst door het bos, waar we Geelgorzen, Goudhaantjes, en Kuifmezen zien en dan langs de dijk, waar we uiteindelijk de laatste zwanensoort zien waar we naar zochten: die Zwergschwäne. Over het water klingt het klü, klü, klü, klü, klü van een Zeearend.
Vroeg in de middag rijden we terug naar Nederland. Daar zien we weer de eerste Spreeuwen en Meerkoeten. Gelukkig, ze bestaan nog.

Tot slot

Laasche is een fantastisch natuurgebied. Ik was er eerder, in de lente van 2009. Ik had eigenlijk niet gedacht dat het gebied ook in de winter interessant zou kunnen zijn. Maar ik heb me vergist. Wat ik het meest geweldig vond was natuurlijk de aanwezigheid van al die Zeearenden. We hebben ze dagelijks van dichtbij kunnen waar2012-12-29bontekraainemen, maar vooral: kunnen beleven. En dan die bevers en die enorme aantallen ganzen en zwanen. En die Kuifmees aan de vetbol, de prachtige luchten en die twee bijzondere dames: Virginie en Marie, met wie het een feest was om vakantie te vieren.

Ana


Waargenomen soorten:

Aalscholver, Grote Zilverreiger, Blauwe Reiger, Knobbelzwaan, Kleine Zwaan, Wilde Zwaan, Kolgans, Brandgans, Toendrarietgans, Grauwe Gans, Nijlgans, Smient, Krakeend, Wintertaling, Wilde Eend, Tafeleend, Brilduiker, Grote Zaagbek, Nonnetje, Fazant, Torenvalk, Buizerd, Sperwer, Zeearend, Rode Wouw, Kievit, Zilvermeeuw, Kleine Mantelmeeuw, Grote Mantelmeeuw, Kokmeeuw, Houtduif, Turkse Tortel, Zwarte Specht, Groene Specht, Grote Bonte Specht, Middelste Bonte Specht, Kleine Bonte Specht, Winterkoning, Blauwborst, Paapje, Merel, Kramsvogel, Goudhaan, Staartmees, Witkopstaartmees, Kuifmees, Koolmees, Pimpelmees, Boomklever, Boomkruiper, Klapekster, Gaai, Ekster, Kauw, Zwarte Kraai, Bonte Kraai, Raaf, Huismus, Ringmus, Goudvink, Vink, Groenling, Putter, Sijs, Kneu, Matkop, Glanskop, Geelgors.